Meerdaagse trek door het Noorden van Laos

24 maart 2015

Trekken door het Noorden van Laos. Klinkt avontuurlijk, toch? En dat is het ook! Want wie kan nou zeggen dat je op vakantie dagenlang door de ongerepte jungle hebt gewandeld op zoek naar afgelegen bergstammen als de Hmong, Dzao of Akha? In Laos you’ll find it all!

De weg naar Noord Laos.
Onze trip begon in de Noordelijke  provinciehoofdstad Luang Prabang. Deze plek is dé ideale bestemming om nog even lekker te genieten van heerlijke hotelletjes, chocolate pancakes met Nutella en fijne extra’tje als wifi. Dat zul je de komende dagen niet meer aantreffen ;-) . ‘s Morgens vroeg nemen we, met overstap, vanaf het busstation een minibusje naar Luang Nam Tha. Het zijn lange ritten over stoffige wegen en bij het vallen van de avond komen we dan ook helemaal onder het stof aan in Luang Nam Tha. Het voelt heel relaxed (net als de rest van Laos eigenlijk) en dorps, terwijl Luang Nam Tha zeker niet superklein te noemen is. We zoeken een klein rieten huisje en slapen onder de bananenbomen en een heldere lucht vol sterren. De volgende ochtend gaan we op zoek naar een gids. Het mooie van trekkings in deze regio is dat het allemaal gebeurt op een eerlijke manier. Alle gidsen van het dorp staan ingeschreven bij het bureau dat de trekkings organiseert. Iedere gids wordt dan op tourbeurt ingezet. Hier dus geen hawkers of ander gedoe. We kiezen een driedaagse trekking en spreken af de volgende dag om zeven uur klaar te staan. De volgende ochtend maken we kennis met onze (heel leuke, blijkt achteraf) gidsen. De één klein en gedrongen en prima Engels sprekend. De ander lang, dun en op slippers lopend. Misschien dat dat lopen dan ook wel meevalt, laat ik me nog ontglippen. We nemen een busje en rijden een eind bij het dorp vandaan. Dan ineens geeft onze gids een gil en het busje stopt bij een klein dorpje. We stappen uit en beginnen te wandelen. Kindertjes komen aangesneld en mensen zwaaien ons toe. Er hangt een rokerige lucht in het dorpje dat bestaat uit wat rieten en bamboe huisjes. Ik zie het as nog liggen met erom heen kleine varkentjes die genieten van de nog warme kooltjes. In de deuropening van een huisje zit een oude vrouw in klederdracht een dikke sigaar te roken. Dit begint er meer op te lijken, grijns ik.

The real deal.
Hoe verder we lopen hoe smaller de paadjes worden en ook de eerste riviertjes verschijnen waar we over en doorheen moeten. Na een pauze en in totaal zo’n zes uur lopen, komen we aan bij ons eerste dorpje. Dit ziet er te gek uit, precies zoals ik het me had voorgesteld! Kleine huisjes op een open plek op de top van een bergkam, midden in de jungle. Te gek. En ondertussen zijn we slechts een handjevol mensen tegen gekomen. De zon begint onder te gaan en we genieten van deze plek. Slapen doen we op rieten matjes in een huisje op palen, onder ons lopen de koeien en geiten. We hebben een geweldige avond gehad en genoten van dit authentieke tafereel.

De tweede dag lopen we ongeveer acht uur door de jungle naar het volgende dorp. Onze gidsen hebben eten verzameld in het dorp en in het bos, bamboeloten, kleefrijst en nog wat ander onbestemd spul :-? . Dit eten we als lunch. Aan het einde van de dag komen we na ongeveer 8 uur lopen aan bij het volgende dorp. Dit is iets groter en ook de mensen zijn minder authentiek, maar nog steeds te gek. We slapen bij de mensen thuis, eten (en drinken, rijstwijn) met ze mee. En ik speel tot het donker wordt een spelletje voetvolley met de jongens uit het dorp. De bal is gevlochten van rieten stengels. Meer heb je niet nodig toch?! We nemen verder nog een bad in de rivier, vangen onze maaltijd bij elkaar en vallen al gauw als een blok in slaap. De volgende ochtend eten we ontbijt en lopen we in ongeveer 6 uur naar de grote weg, vanwaar we een busje terug nemen naar Luang nam Tha. Daar aangekomen weet ik; deze trekking is absoluut één van de highlights van onze reis door dit geweldige land.  

Lijkt het jou ook leuk zo’n trekking te maken? En spreekt Laos je aan?