De fascinerende pracht en waanzin van China
Reismeisje 13 juni 2018
China. Land van bijna 1.4 miljard inwoners. Miljárd. Het is voor mij één van die landen waar ik nooit helemaal bij kan. Het is zó groot. Zo uitgestrekt. Zo'n smeltkroes van culturen die onderling niets meer met elkaar te maken hebben. Behalve misschien de snelheid waarmee Chinezen leven. Waarmee ze maar blijven gaan. 6 dagen per week minimaal 10 uur per dag werken. Het is de standaard. Zeker in de grote steden. Samen bouwen ze aan een vrij steady economische groei. Afgelopen jaar zou het BNP van de gemiddelde Chinees weer met bijna 7% zijn gestegen. Die gemiddelde Chinees woont alleen wel in één van de 10 grootste steden van China. Ruim 100 miljoen Chinezen wonen daar. En dan hebben we het 'nog' maar over de top 10. Buiten die steden geldt een andere werkelijkheid. Daar gaat het niet om economische groei of wereldpolitiek. Peking is ver weg. Net als McDonalds. Mensen proberen daar te overleven. Bewerken het land. Kinderen die naar kleine dorpsschooltjes gaan. Daar 10 kilometer voor moeten lopen. Traditionele klederdracht. Rituelen bij geboorte en dood. Dát is de werkelijkheid van de 56 etnische minderheden die in China leven.
Het verschil tussen de 'gemiddelde Chinees' en de vele minderheden gaat echter veel verder dan economisch. Of historisch cultureel. Het contrast en het bewustzijn daarvan is ontstaan vanaf de jaren 50 in de vorige eeuw. De tijd van Mao Zedong. Communistisch leider. Een despoot. In 1949 won de communistische partij, onder leiding van Mao, de Chinese burgeroorlog. Hij riep onmiddellijk de Volksrepubliek China uit. Met steun van de Sovjet Unie begon Mao aan een herstructurering van 'zijn' China. Hij initieerde een economisch en sociaal plan onder de noemer 'de Grote Sprong Voorwaarts'. De naam zegt het al. Hij wilde van China een grootmacht maken. De economie een grote sprong voorwaarts geven. Hij leed aan grootheidswaan. Op z'n minst. Het ging nooit om het land of de inwoners, maar om de verheerlijking van Mao zelf. Dat hij de geschiedenisboekjes in zou gaan als de grote man die China tot een grootmacht had gemaakt. Vanaf 1958 begon hij zijn plannen te realiseren. Dwangarbeid, strafkampen voor hen die niet in de pas wilden lopen, werkdagen van 12 uur. Het had desastreuze gevolgen en leidde tot een geschat aantal doden tussen de 20 en 40 miljoen. Mao besloot tot plan twee. De Culturele Revolutie. Hij beweerde dat tegenstanders van het communisme in de overheid waren geïnfiltreerd. Aanhangers van het westerse kapitalisme. Het zou een bedreiging zijn voor de Volksrepubliek China en ze moesten worden geëlimineerd. Zulke situaties blijven lastig om met je voeten in het nu te begrijpen. Dat mensen daarin mee gingen. Deze despoot geloofden. China stond er destijds slecht voor. Hongersnoden. Misschien wíl je dan in alles geloven. Mao wist de juiste mensen te overtuigen van zijn strijd: alle vermeende kapitalisten of mensen die daar mee heulden moesten worden vernietigd. Inclusief intellectuelen en andersdenkenden. Want ja, die waren eveneens een bedreiging voor China. Het ging natuurlijk om hem zelf. Om de bedreiging die dit soort mensen waren voor zijn positie. Vanaf halverwege de jaren 60 startte hij zijn schrikbewind. Intellectuelen werden verbannen naar het platteland, mensonterende strafkampen werden opgezet en hij verbood allerlei tradities en culturele waarden. Iedereen moest gelijk zijn. Han Chinees en communistisch bovendien. Religie is opium voor het volk. Openbare rechtszaken waar mensen werden vernederd tot op het bot. Prachtige oude tempels die massaal werden vernietigd. Jongeren die gedwongen 'heropgevoed' werden en verstoken waren van onderwijs.
Een intens zwarte en trieste periode, die pas echt eindige ná de dood van Mao in 1979. De sporen zijn echter na gelaten. En diep. Hele generaties zijn opgegroeid in een bepaalde dwang. Een bepaalde manier van denken. Chinezen hebben een bepaalde hang naar hiërarchie. Zich beter kunnen voelen dan anderen. Het altijd maar voor willen dringen. Bang om iets te missen. Iets tekort te komen. Het extreem harde werken. Want dan stel je iets voor. Dán kun je los komen van je traditionele basis. Een dubbeltje wordt misschien dan toch een kwartje. Ik ben er van overtuigd dat dit soort opvattingen deels een wortel hebben in de afgelopen eeuw. Een heel sterke, diepe wortel. Één van de mooiste boeken die ik over deze hele periode heb gelezen, las ik toen ik op de middelbare school zat; Het Lelietheater van Lulu Wang. Een autobiografisch verhaal over een jeugd tijdens de Culturele Revolutie. Weerzinwekkend prachtig.
China blijft voor mij een ingewikkeld land. Intrigerend, groots, fascinerend en rijk. Op allerlei gebieden. Wat vind jij van China?
Paul D
13 juni 2018 om 16:391 woord... een prachtig vakantie land
Beantwoorden
Reismeisjenl Paul D
17 juni 2018 om 16:23♥
Rien
13 juni 2018 om 21:55Reizend door Yunnan langs de grenzen van Vietnam, Birma en Tibet, kom je door allerlei verschillende landschappen, culturen en godsdiensten en veel prachtige en vriendelijke mensen tegen in de mooiste klederdrachten. Inderdaad, China heeft meerdere gezichten. Maar de vriendelijkheid van de mensen sprong het meest in het oog.
Beantwoorden
Reismeisjenl Rien
17 juni 2018 om 16:24Mooie reactie Rien. Vat het allemaal!