4 tips bij een grensovergang

Reismeisje 18 juli 2013

Als backpacker ontkom je er niet aan zelf je grensovergang tripjes te regelen. Soms geen probleem, maar soms kan ’t ook echt een pain in the ase zijn. Compleet met geld onder de tafel schuiven, uren in een zwetende rij staan of in ’t donker over een stuk niemandsland strompelen met al je spullen. Zelf heb ik gelukkig nog nooit een vreselijk drama mee gemaakt bij een grensovergang, maar ik ben wel door schade en schande wijzer geworden ;-). Staan er bij jou volgende backpack trip verschillende landen op ’t programma en reis je over land? Misschien heb je dan iets aan de volgende 4 tips.

Zorg dat je de wisselkoers paraat hebt. Als je van land A naar B reist, is de kans groot dat je te maken hebt met twee verschillende valuta. Zorg dat je, vóór je al wandelend de grens over wilt gaan, exact weet wat een reële wisselkoers is. In veel landen moet je namelijk betalen om de grens over te komen. Hetzij voor een visum, hetzij omdat de overheid er dan een leuke inkomstenbron bij heeft ;-). Het gebeurt regelmatig dat ze over land reizigers proberen af te zetten met een superslechte wisselkoers. Laat je niet bedonderen en doe je huiswerk van tevoren! Laat je trouwens ook niet altijd leiden door de Lonely Planet of Rough Guide; deze gidsen zijn soms jaren oud en door de lokale inflatie kloppen de wisselkoersen die je daar in ziet staan niet altijd.

Regel vervoer van en naar de grens. De meeste grensovergangen in Azië, Afrika, Midden- en Zuid-Amerika kennen een stuk ‘niemandsland’. Je wordt dan vaak met de bus, trein of waar je maar mee reist een kilometer of wat vóór de daadwerkelijke grens afgezet. Probeer van tevoren uit te zoeken hoe dit voor de grensovergang die jij wilt pakken is. Ik heb bijvoorbeeld al meerdere keren meegemaakt dat je uiteindelijk nog 3 km moet lopen voor je in ’t andere land staat. Beetje jammer in de brandende zon en met je backpack op. Toektoeks zijn, waar mogelijk, ideaal in zo’n geval!

Sol niet met visa! Sommige landen verlangen dat je voor je reis een visum regelt, in andere gevallen kun je een visum on arrival krijgen. In beide gevallen geldt: zorg dat je het juiste visum hebt, op de juiste naam en het belangrijkste: voor de juiste periode! Als de datum bij ’t grenskantoortje niet blijkt te kloppen met wat er in je paspoort staat, kun je diep in de buidel tasten ;-). Hetzelfde geldt voor als je een land weer verlaat; zorg dat dit valt binnen de termijn van je visum. Nog een tip voor de getrouwde dames onder ons: bij veel visa moet je alleen je meisjesnaam invullen! Let daar goed op.

Let op tijdstippen. Soms kom je laat aan bij een grensovergang en dan lopen dingen ook altijd wel weer los. Toch zou ik echt proberen rekening te houden met wanneer de zon onder gaat. Ik heb eens in ’t pikkedonker tussen een stel Indiase soldaten gezeten terwijl mijn vriend aan de andere kant in Nepal een visum aan het regelen was voor ons. Niet fijn ;-). Beter is ’t dan om een nachtje in een grensstadje te slapen en de volgende ochtend als eerste aan de poort te staan.